Ook voor mij zijn er nog veel “blinde vlekken” in de geschiedenis van mijn vader.
Ter introductie: Ik stam uit een KNIL familie en behoor tot de zesde generatie van beroepsofficieren in deze familie. Evenals Hans Goedkoop heb ik Indisch bloed, zij het één zestiende Javaans. Na de KMA heb ik mijn gehele dienstijd (36 jaren) doorgebracht bij de Koninklijke Luchtmacht.
Mijn vader was de Majoor Infanterie KNIL C.L.E.F. van Swieten. Bij het uitbreken van de oorlog was hij kapitein van het KNIL en militair commandant en tevens civiel gezaghebber van het district Beloe in midden-Timor. O.a. wegens zijn grote bekendheid met dat gebied en de bevolking had hij een leidende rol in de guerrilla-oorlog tegen de Japanners. Die strijd heeft hij zes maanden gevoerd. Medio augustus 1942 liep hij met zijn troep in een hinderlaag en werd door de Japanners gevangen genomen en via omwegen afgevoerd naar Birma. Daar werd hij tewerkgesteld aan de beruchte “dodenspoorweg”.
Voor betoonde moedige en beleidvolle daden tegen de vijand tijdens de “Timoroorlog” werd hij buitengewoon bevorderd tot majoor en ontving hij op 26 juni 1948 uit handen van Hans Goedkoops grootvader in Semarang (midden-Java) de Bronzen Leeuw.
Twee foto’s van die plechtigheid stuur ik u bij deze e-mail op.
De naam van Goedkoops grootvader herinner ik mij uit die tijd. Ik was toen 15 jaar en woonde in Semarang. Ik heb de man overigens nooit persoonlijk gekend of ontmoet.
De foto’s heb ik vorig jaar geschonken aan het museum Bronbeek en zij zijn daar, samen met andere documenten over de Timoroorlog, opgenomen in de collectie onder nummer 07700-1 t/m -11.
C.F.A. van Swieten
Geachte heer Goedkoop,
Geruime tijd heb ik naar uw boekje uitgekeken. In de voorgaande maanden heb ik alles wat over dit onderwerp in mijn blikveld verscheen verzameld en gelezen. De dag op Bronbeek was ik helaas verhinderd. Afgelopen weekend heb ik uw boekje met veel plezier gelezen en herlezen en ook de website heb ik meerdere malen bezocht.
Er zijn een aantal bijzondere zaken die mij opvielen in de film, die ik meerdere malen bekeken heb. Ook in het boekje heb ik een paar zaken gelezen die mij triggerde om ze na te kijken en op te zoeken in mijn verzameling en op internet. Graag wil ik u en de lezers hiervan deelgenoot maken. Ondanks dat het boekje beslist de moeite waard is kunnen onderstaande feiten toch nog een iets ander daglicht op de zaak werpen.
De film;
De film over de opheffing van het KNIL van 25 juli 1950, daar spreekt men notabene meerdere malen over “Koninklijke Nederlands Indonesische Leger” dit moet natuurlijk Koninklijk Nederlands Indisch Leger zijn.
In diezelfde film deelt Dr. H.M. Hirschfeld mee aan Legercommandant Luitenant-generaal D.C. Buurman van Vreeden en uw grootvader Generaal-majoor D.R.A. van Langen dat het de Koningin heeft behaagt enz. Buurman van Vreeden is bevordert tot Grootofficier in de Orde van Oranje Nassau met zwaarden. Van Langen krijgt Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Dit is dus niet de Bronzen Leeuw zoals u schrijft in uw boekje!
Uw Boek en de ‘Bronzen leeuw’;
De onderscheiding “Bronzen Leeuw” waar u over schrijft is uw grootvader Van Langen bij Koninklijk Besluit van 9 december 1949 nr. 25 toegekend met de mutatie: “december 1948 Indie Midden Java tijdens de 2e politionele actie”. De onderscheiding ‘Bronzen Leeuw‘ is een hoge dapperheidonderscheiding. Voor de Tweede Wereldoorlog heette deze onderscheiding “Eervolle Vermelding” wat ook een goede inhoudelijke omschrijving is van de latere “Bronzen Leeuw”. Deze onderscheiding is hem in december 1949 uitgereikt. Op de Foto in uw boek bladzijde 77 ziet u rechts op zijn uniform boven zijn borstzak de decoratielinten of batons van zijn onderscheidingen. De Bronzen Leeuw is in het bovenste rijtje, de tweede onderscheiding met 10 verticale streepjes.
De Vice-admiraal Kist, opvolger van Vice-admiraal A.S. Pinke, was aanwezig bij het afscheid en de opheffing van het KNIL. Hij schreef hierover aan Staatsecretaris van Marine (en op dat moment ook Schout bij Nacht bij de Kon. Marine) H.C.W. Moorman; “dat hij zich verbaasd over de betrekkelijk lage onderscheiding welke Buurman van Vreeden heeft gekregen, nl.lager dan Pinke bij zijn vertrek, daar het speciaal de bedoeling was het KNIL hiermede te eren en voorts de Leeuw van Van Langen. Inderdaad is de politiek wonderlijk. Enige maanden geleden was deze opperofficier niet te handhaven, thans krijgt hij de Leeuw. Gelukkig weten niet veel mensen, welke rol Van Langen in de zaak W(esterling) heeft gespeeld, want dan zou de appreciatie voor de Nederlandse Leeuw sterk verminderen.”
Ten aanzien van de ‘hoogte’ van de onderscheidingen;
Buurman van Vreeden was in 1947 al reeds onderscheiden met Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw in zijn functie als Chef Generale Staf. Met het overlijden van de Generaal Spoor kregen de carrières van Buurman van Vreeden en Van Langen een hele andere wending . De Vice-admiraal A.S. Pinke werd als commandant Zeemacht onderscheiden met Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij heeft zijn hoge functie van 1947 tot september 1949, dus het langst vervuld.
Buurman van Vreeden was pas sinds 25 mei 1949 waarnemend, en later volgde daarop de definitieve benoeming tot, Legercommandant. De decoratiebevordering, van Buurman van Vreeden, van Ridder in de orde van Oranje Nassau (in 1941) naar Grootkruis in de orde van Oranje Nassau (in 1950) komt maar heel zelden voor. Deze decoratiebevordering heeft binnen tien jaar plaatsgevonden. De combinatie van aan de ene kant de hoge onderscheiding en aan de andere kant de zeldzaamheid van zo’n bijzondere decoratiebevordering is uniek. Aan uw grootvader Van Langen is Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw uitgereikt. Dit is de hoogste Nederlandse Civiele Orde van Verdiensten.
De ontbinding van het KNIL moest zich op een waardige wijze voltrekken. De afscheidsspeech van Hirschfeld ging niet in op het verleden en werd kort gehouden. Dit zal niet alleen vanwege de warmte geweest zijn… Bij de blik van uw grootvader op bladzijde 77 moest ik denken aan gevoelens van een zekere weemoed, een gevoel dat Indie (nog) niet voor een vorm van zelfstandigheid rijp zou zijn. Dit los van de film die waarschijnlijk door het hoofd van uw grootvader gespeeld zal hebben met zaken die zich in de maanden voorafgaand aan deze ‘ontbinding van het KNIL’ hadden afgespeeld. Dat een zeer linkse Hirschfeld, Van Langen weg wilde hebben en dat Buurman van Vreeden zich niet alleen verzette tegen het tegen het ontslag van Van Langen, maar ook dreigde met aftreden als Van Langen ontslagen zou worden.
Dat uw grootvader geen militair attaché meer geworden is, heeft naar mijn gevoel vooral te maken met het feit dat hij Generaal-majoor is geworden. De meeste militairattachéfuncties zijn Kolonelsfuncties. Verder was hij 52 jaar toen het KNIL ontbonden werd en dat was geen ongebruikelijke leeftijd om met pensioen te gaan. Er waren natuurlijk heel veel officieren van het KNIL die over wilde stappen naar het Hollandse Leger en ik heb (nog) niet gevonden of uw grootvader die ambities nog had.
Uw grootvader was geen adviseur van de brandweer. Volgens zijn overlijdensadvertentie was hij Hoofdinspecteur van het Brandweerwezen. Hij was in die functie opvolger van P.L. van Boven, een Generale staf officier en na hem was het de Kapitein ter Zee C. ter Poorten (die ook nog directeur van het Loodswezen geweest is). Dit waren geen beslist geen adviseurs die op een zijspoor gezet zouden zijn bij het leger.
Met vriendelijke groeten,
Richard van Arkel
Zeer geachte heer Van Arkel,
Wat bijzonder dat u het allemaal heeft uitgezocht! Ik vind het vererend. Een paar reacties:
– u heeft gelijk dat ik de Bronzen en de Nederlandse Leeuw voor Van Langen heb verwisseld. De Bronzen Leeuw had hij gekregen voor zijn werk als commandant van Djokja, de Nederlandse Leeuw volgde bij de opheffing van het KNIL. Een suffe verschrijving van mijn kant, die met de tweede druk van De laatste man, vorige week verschenen, schielijk is hersteld.
– interessant is overigens wat mijn neef Duncan Liefferink in een reactie op deze site schrijft over Van Langens reactie op de Bronzen Leeuw. Van Langen vond dat hij de Willemsorde had verdiend. Anders dan de Nederlandse Leeuw droeg hij de Bronzen Leeuw bij mijn weten later ook nooit meer.
– Van Langen werd na repatriëring inderdaad Hoofdinspecteur van het Brandweerwezen. U vindt dat iets anders dan ‘adviseur van de brandweer’. Ik dank die betiteling echter aan Van Langen zelf, die het zo zag: een baan waarin hij geen beslissingen nam maar rapporten schreef ‘die een ander in de la liet liggen’. Dat is cruciaal voor het verhaal – Van Langens eigen waardering van zijn situatie.
– U noemt voorganger en opvolger van Van Langen als Hoofdinspecteur van het Brandweerwezen, en inderdaad, dat waren geen nobodies. Maar toch ook geen commandanten van een grote militaire operatie, laat staan chefs van staven in een buitengewoon complexe oorlogssituatie. Mij verbaast het niet dat Van Langen voor zichzelf een andere baan verwachtte.
– het kan zijn dat een benoeming van Van Langen als militair attaché minder voor de hand lag na zijn promotie tot generaal-majoor, maar dat verklaart niet waarom er niet naar een andere passende betrekking is gezocht. Daar ligt voor mij de onveranderlijke kernvraag. Buurman van Vreeden kreeg een mooie functie binnen het KL, later een mooie diplomatieke post in Parijs. Waarom werd een dergelijke moeite niet genomen voor Van Langen?
Nogmaals, complimenten voor uw speurwerk!
Met hartelijke groet,
Hans Goedkoop
Even een detail :
In 1948 werd de naam Koninklijk Nederlands Indisch Leger veranderd.
Indisch werd toen Indonesisch… ging allemaal via de juiste procedure op het Binnenhof.
Ik dacht dat dit een voorbereiding was op een nauwe constructie Nederland en Indonesië , gelijk the commonbest, of mogelijk het KNIL als geheel te kunnen laten voortbestaan. Heel naïef gedacht vanuit Den Haag. De nationalisten zeiden maar ja en ja.. om zo snel mogelijk van Den Haag en zijn legers af te zijn.
In Indië zelf, volgens mijn familieverhaal, vond men die naamsverandering flauwekul en men bleef gewoon Koninklijk Nederlands Indisch Leger zeggen en denken.
Geachte Boeroeng,
Graag wil ik nog even ingaan op uw verhaal.
Na wat zoeken, vond ik dat op 29 september 1948 er een afgekondigde wijziging in de grondwet was waarbij de naam Koninklijk Nederlands Indisch Leger werd herzien in Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger.
Het was een voorstel van Luitenant-generaal S. H. Spoor. De naamsverandering is op 11 oktober 1948 van kracht geworden.
Beste van Swieten,
Heel bijzonder dat wij via deze blok elkaar kunnen vinden. Op de eerste jaar KMA waren wij kamergenoten, of we daarna nog bij elkaar waren herinner ik niet meer. We zaten samen met Stapper, Stoorvogel, Sijstermans, Staals en Soebagyo Kartanegara. Bij het 125ste jaarlijkse bestaan van de KMA, in 1978, ben ik nog geweest. In 1979-1982 was ik in Nederland als hoofd van een missie om overtollig materiaal van het KL over te nemen. Later werd ook de van Spijck-klasse fregatten overgenomen na een overhaul bij de marine establishement in de Helder. Commandant Strijdkrachten generaal Wilmink, en voordien zijn voorganger (Inf. promotie 1951) en ook de chef-staf Landmacht werden uitgenodigd om Indonesia te bezoeken. Een apart diner met Indonesische ex KMA-officieren werd ook georganiseerd. Veel eerder was ook de staatssecretaris van Defensie in Indonesie. Generaal Lintsel, de Nederlandse defensie-attache in Jakarta, is een bijzondere persoon.
Een ex KST officier die in West-Java had geopereerd, heb ik persoonlijk uitgenodigd uit een soort nostalgie. Goed ontvangen door de kampongbewoners, maar door al die feesten kon zijn peroet (buik) Blanda het niet meer verdragen en hij kreeg diarrhee, moest in Jakarta worden behandeld. Ik ben nog bij de infanterie-klas reünie geweest tot 1994, sindsdien kan ik het niet meer veroorloven. Een paar KMA-vrienden komen haast elk jaar naar Jakarta, zoals Herman Aalbers en Erik Dirks. In Jakarta komen ze bij mij langs voor een afternoon-tea. Dat is voorlopig mijn verhaal. Ik wil graag wat van je horen, mocht je Jakarta bezoeken komt langs, altijd welkom.
Ik wens je en familie het allerbeste en vriendelijke groeten,
Soedibyo
Beste Soedibyo,
Wat goed om weer contact met je te hebben. En dan via dit medium!
Vorig jaar waren we weer op de KMA om het feit te herdenken dat we 55 jaar geleden het instituut verlieten).
Ik ben in 1990, 1995 en in 2000 nog teruggeweest in Indonesia. Voor mij al die keren een heel bijzondere ervaring, ik ben er immers geboren en heb er tot mijn 17e jaar gewoond. Of het er nog eens van komt betwijfel ik omdat ik om gezondheidsredenen geen lange (nonstop) vliegreizen kan maken. Maar, wie weet.
Ik herinner mij onze kamer in het eerste KMA-jaar nog heel goed. We hadden stapelbedden en jij sliep volgens mij boven mij. Je weet waarschijnlijk al wel dat Stapper, Stoorvogel en Staals inmiddels zijn overleden. Ik herinner mij jouw collega Indonesisiche cadetten nog goed. Volgens mij hebben wij in ieder geval die drie jaar regelmatig contact met elkaar gehad.
Mocht je nog eens in de gelegenheid zijn naar Nederland te komen dan ben je natuurlijk meer dan welkom bij mij thuis. En mocht ik toch nog een keer in Jakarta komen dan zal ik zeker contact met je opnemen!
Onder mijn stukje over mijn vader heb ik mijn emailadres geschreven. Misschien kunnen we via die weg ons contact voortzetten. Ik zie dan vanzelf jouw adres.
Ook ik wens jou en je familie het allerbeste toe en hopelijk tot mails.
Hartelijke groeten,
Charles van Swieten
Beste Hans Goedkoop,
Betekent dit alles nu dat van Langen een toch wel wat bijzondere en (beetje misplaatste) hoge dunk van zichzelf had? En dat met name zijn opvatting over de richting die Indonesië en Soekarno op ging niet strookte met wat politiek Den Haag vond en wilde? Het aloude verhaal over ‘militairen en politiek’?
De vergissing rond de Bronzen Leeuw vind ik toch wel wat slordig voor een historicus. Zeker als je naar het commentaar onder de film luistert.
Overigens vind ik alle informatie over het einde van Nederlands aanwezigheid in Indië buitengewoon interessant. Het boekje heeft mij nieuwsgierig gemaakt naar meer informatie over Nederland en Indië.
Groet,
Albert Rammeloo
Excuses voor deze wel heel late reactie. Of Van Langen een hoge, misschien misplaatst hoge dunk van zichzelf had? Dat is een kwestie van perspectief natuurlijk, het is moeilijk daar iets objectiefs over te zeggen. Ik vermoed, weet eigenlijk wel zeker, dat hij in elk geval geen hoge dunk had van de heren politici die beslisten over oorlog en vrede, leven en dood in Nederlands-Indië zonder ooit persoonlijk risico te lopen.
Is dat misplaatst? Het is iets wat hij deelde met het overgrote deel van de manschappen, en zeker met de officieren. Hun respect gold vaak toch mensen die ervaren hadden wat een oorlog is, die bij de uitvaarten van manschappen verschenen en wisten wat het was om de verantwoordelijkheid te dragen voor beslissingen die tot een uitvaart hadden geleid. Dat kon de ministerraad niet zeggen. Inderdaad, het aloude verhaal over militairen en politiek.
De vergissing rond de Bronzen Leeuw was inderdaad slordig. Meteen hersteld in de eerste druk, we zijn nu aan de vijfde, dus de meeste lezers zullen die niet meer tegenkomen…
Hallo Petra,
Als ik de link aanklik krijg ik wel de foto’s van 2012. Misschien moet je boven aan de pagina even de site verversen. Dit doe je rechts van de invoerbalk, als je internet explorer gebruikt. Op het pijltje in de vorm van een cirkeltje klikken. Hoop dat dit werkt.
Groeten,
Sander
Mijn naam is Ron Brus, 68 jaar, gepensioneerd KLU-militair uit Enschede en zoon van een KNIL’er. Ik kijk vaak en met bewondering en interesse naar uw programma Andere tijden. Ook uw verhaal heb ik met aandacht gelezen en komt mij bekend voor. Over mijn vader heb ik een boek geschreven “Nooit meer thuis”.Dit heb ik op mijn FB geplaatst. Het ligt ook in de bibliotheek van militair tehuis Bronbeek. Hopelijk heeft u hier iets aan. Hieronder mijn verhaal.
Een prachtig eerbetoon aan zijn ouders bewijst Ron Brus met zijn rijk gedocumenteerde boek Nooit meer thuis. Het geeft aan hoe de situatie in het toenmalig Nederlands-Indië voor een KNIL-familie verliep tijdens de Japanse inval, Politionele Acties en Bersiap-periode. Dit verhaal wil hij delen met anderen om mensen bewust te maken met de geschiedenis van Nederlands-Indië 1934-1948.
Toen zijn moeder in 2006 op 89-jarige leeftijd overleed, vond hij een doos vol met brieven, briefkaarten, foto’s en documenten. Aan de hand daarvan reconstrueerde hij het leven van zijn vader, die sinds 14 december 1947 werd vermist op het eiland Madoera en die hij nooit heeft gekend.
Dit boek moet men gelezen hebben. Een waar gebeurde familiegeschiedenis in Nederlands-Indië van 1934-1948. Nooit meer thuis besteedt aandacht aan de Japanse-inval, Birmaspoorlijn, Politionele Acties, Nieuw Guinea en Bersiap-periode. De vader van de schrijver, Jan Arend Brus, KNIL-infanterie stamboeknummer 91266, was een dwangarbeider bij de Birma-spoorlijn. In 1947 werd hij ingezet voor de Politionele Acties in het toenmalig Nederlands-Indië, waar hij op 14 december 1947 op Madoera werd vermist.
Nooit meer thuis (ISBN: 978-94-90537-42-5) is te bestellen via email: in-out@planet.nl van de uitgever, In-OutBooks.